RVU-regeling: Regel het voordat je uitzwaait

Geplaatst op 30-10-2023 door marietje

Voor werknemers die geboren zijn tussen 1 januari 1955 en 30 september 1961 heeft de overheid de RVU-vrijstelling in het leven geroepen. Wat houdt dat precies in en wat betekent dit voor mij als werkgever?

De regering had te maken met het probleem dat de invoering van de nieuwe pensioenwet veel meer tijd in beslag nam dan aanvankelijk werd verwacht. Dit zorgde ervoor dat oudere werknemers lang moesten wachten voordat ze duidelijkheid kregen over hun toekomstperspectief. Bovendien wordt de AOW-leeftijd steeds verder opgeschoven naar een latere leeftijd, waardoor werknemers in zware beroepen langer moeten blijven werken. De RVU-vrijstelling diende als een tijdelijke oplossing.

RVU-heffing

In 2004 heeft het kabinet Balkenende-II de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) in het leven geroepen. Dit gebeurde omdat door de oude VUT-regelingen een krappe arbeidsmarkt ontstond, en het kabinet wilde dat oudere werknemers langer zouden blijven doorwerken. Werkgevers werden door de Belastingdienst extra belast met loonbelasting als ze oudere werknemers vanwege hun leeftijd lieten vertrekken (de RVU-heffing).

RVU-vrijstelling

Nu zien we in Nederland een ander effect. Steeds minder oudere werknemers bereiken op een normale manier de pensioengerechtigde leeftijd. Met name in zware beroepen, waarbij het lichaam (en de geest) zwaarder wordt belast dan normaal, zien we uitval door arbeidsongeschiktheid en raken oudere werknemers in de WIA. Dit is geen leuk vooruitzicht richting het pensioen.

De overheid grijpt in en voert op 1 januari 2021 een regeling in waarbij de Belastingdienst werkgevers vrijstelt van RVU-heffing tot een bepaald bedrag, en dit geldt vanaf 3 jaar vóór de AOW-leeftijd. Deze vrijstelling kan worden benut tot 1 januari 2026. Voor 2023 geldt een vrijstelling tot € 24.444,- per jaar.

“Waarom zou ik mijn medewerker die eerder met pensioen wil een ontslagvergoeding geven van € 24.444,-? Als iedereen dat wil dan kost me dat veel te veel geld.” 

In eerste instantie is dat een logische vraag. Als je naar de menselijke kant kijkt, zie je dat jouw medewerker steeds meer moeite krijgt met het uitvoeren van zijn werk. Dit kan zich fysiek manifesteren, bijvoorbeeld door slijtage van de rug, knieën, enzovoort, maar ook mentaal, waardoor nieuwe technologische ontwikkelingen en werkprocessen niet meer goed kunnen worden bijgehouden. Jouw senior zou wel het pensioen naar voren willen halen, maar maakt zich ook zorgen over de kosten die dit met zich meebrengen.

Als je naar de kostenkant voor de werkgever kijkt, blijkt dat ziekteverzuim gedurende dezelfde periode als de RVU (veel) duurder is. Als jouw medewerker ook nog in de WIA belandt, heb je als middelgrote en grote werkgever ook nog te maken met de premiedifferentiatie voor de WIA. Die rekening van het UWV kan oplopen tot het complete jaarsalaris van de medewerker. Maak maar eens het rekensommetje waarbij de doorbetaling van een oudere medewerker wordt vergeleken met de kosten van het in dienst nemen van een jongere. Als je alle cijfers in overweging neemt, blijkt de RVU-regeling niet zo gek te zijn.

Goed-werkgeverschap

De RVU-regeling wordt populairder. Steeds meer CAO’s nemen hem zelfs op waardoor elke medewerker hierop aanspraak kan maken. Voor de werkgever is het dus belangrijk om na te gaan wat er allemaal bij komt kijken. Als goed werkgever wil je dat alles vooraf zorgvuldig is doorgenomen, afgewogen en afgesproken. Dan kijk je met je medewerker goed terug op de samenwerking en goed vooruit op het welverdiende pensioen.

Wil je er eens over doorpraten? Neem dan contact met ons op via info@hrm.frl of bel ons op 058-288 2322.