WAB to do? De WAB-week van onze Laura

Geplaatst op 25-11-2019 door mark

Vanaf 1 januari gaat de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in. Dit betekent dat er voor jou als werkgever het nodige gaat veranderen. Maar, wat komt er op je af? En hoe kun je daarmee alvast rekening houden? Onze HR-adviseur Laura van Heijst zit deze week volop in het WAB-werk. Zij geeft je alvast vier handige WAB’s to do’s.

  1. De Ketenregeling

Vanaf 1 januari 2020 kun je 3 tijdelijke contracten in maximaal 3 jaar aangaan. De tussenpoos om deze keten te verbreken, blijft 6 maanden (bij cao kan hiervan worden afgeweken). Voor de volgende werknemers geldt een uitzondering :

WAB TO DO?

Maak een lijst van de werknemers met een contract voor bepaalde tijd die niet onder de uitzonderingen vallen. Zet daarna de volgende zaken op een rij:

2. Vast contract: lage WW-premie, flexibel contract: hoge WW-premie

Voor alle sectoren geldt straks een hoge én een lage WW-premie. Het verschil tussen de premies bedraagt 5% en is afhankelijk van het arbeidscontract (vast/tijdelijk) dat jouw werknemer heeft.

WAB TO DO?

Zet als eerste de volgende zaken op een rij:

Als je deze vragen met ‘ja’ kan beantwoorden, betaal je in de hoofdregel de lage premie. Voor werknemers die niet aan deze voorwaarden voldoen, betaal je de hoge WW-premie. Ook hier gelden uitzonderingen. In de volgende gevallen betaal je altijd een lage WW-premie:

Het kan voorkomen dat je eerst een lage WW-premie betaalt, maar dat dit achteraf tóch de hoge WW-premie moet zijn. Voor het herzien van de lage WW-premie ben je zelf verantwoordelijk. Zo kun je achteraf een hogere premie betalen omdat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd binnen twee maanden na aanvang toch eindigt. Of wanneer je een werknemer op jaarbasis 30% meer uren uitbetaalt dan in zijn arbeidsovereenkomst staat.

3. Oproepkrachten (0-uren, min-max):

Je krijgt te maken met nieuwe regels voor oproepkrachten. Zo moet je oproepkrachten die langer dan 12 maanden bij je in dienst zijn, een aanbod doen voor het gemiddelde aantal uren dat ze in het voorgaande jaar hebben gewerkt. De oproepkracht hoeft dit aanbod niet te accepteren. Leg dit wel schriftelijk vast. Doe je dit niet, dan kan de oproepkracht later een loonvordering claimen.

Oproeptermijn

Verder moet je een oproepkracht minstens 4 dagen van tevoren schriftelijk oproepen (in enkele cao’s geldt een termijn van 24 uur). De werknemer mag weigeren om te verschijnen als je hieraan niet voldoet. Zeg je binnen vier dagen voor de oproep weer af? Dan moet je deze uren alsnog betalen.

WAB TO DO?

Loop de volgende checklist na:

Alternatieven

Kun je een oproepkracht niet plaatsen voor de vaste arbeidsomvang die je moet aanbieden, bied dan een jaaruren-contract aan. Hierbij is het belangrijk dat er elke maand 1/12 van de vastgestelde jaaruren wordt uitbetaald. Ook een uitzendovereenkomst kan wellicht een goed alternatief zijn voor een oproepovereenkomst.

4. Transitievergoeding: vanaf 1e werkdag

Iedere werknemer, tijdelijk en vast, bouwt straks vanaf de eerste werkdag een transitievergoeding op. Je bent deze vergoeding verschuldigd wanneer het initiatief van een beëindiging van het dienstverband bij jou ligt. Betaal je de vergoeding niet? Dan heeft je werknemer 3 maanden tijd om deze via de kantonrechter te claimen. Ook de berekening van de transitievergoeding verandert. De opbouw wordt voor iedereen 1/3 bruto maandsalaris per dienstjaar en is niet meer afhankelijk van leeftijd of duur van het dienstverband.

WAB TO DO?

Gebruik voor het berekenen van de transitievergoeding de volgende formule:

Wil jij WAB-proof het nieuwe jaar in?

Neem gerust contact met Laura op via: laura@hrm.frl of info@hrm.frl